Werking:
Een zonneboiler bestaat uit een hele reeks verbluffende constructies. Het is een grote geïsoleerde kuip waarin zich warmtewisselaars bevinden, verdeeld over de hoogte van de boiler. Het water kan opwarmen en worden afgegeven. Helemaal onderaan zit de kring van de zonne-installatie. Net daarboven loopt de terugvoer van onze centrale verwarming. Bovenaan in het vat zitten 2 warmtewisselaars in elkaar: de buitenste verwarmt het sanitaire water, de binnenste dient voor warmtetoevoer vanuit een andere energiebron, als de zon niet genoeg energie levert om het water op temperatuur te houden. Controlekleppen zijn geconfigureerd zodanig dat er dan gebruik kan woren gemaakt van bijvoorbeeld warmtepompen, pelletkachels enz. Het systeem staat niet onder druk, daarom ontstaan er geen stromingen. Dit heeft als voordeel dat er een goede 'gelaagdheid' kan bestaan in het vat. Daarom is het perfect mogelijk om op zonnige dagen het boilervat helemaal 'op te laten'. Als er dan warmte uit de boiler onttrokken wordt, zal het koudere water in de boiler naar beneden zakken, naar de plaats waar de warmtewisselaar van de zonneboiler zich bevindt. Daar deze warmtewisselaar steeds in het koudste gedeelte van de boiler zit, zal deze het meest optimale rendement behalen.
|
|
Regelingen:
De temperatuurverschilregelaar meet permanent de temperatuur van het water in de zonnecollector en onderaan in de boiler. Deze regeling zorgt ervoor dat de pomp enkel in bedrijf wordt gesteld indien de warmte in het zonnepaneel 5 à 10 °C hoger is dan de tempera- tuur gemeten onderaan in de boiler. Wanneer de temperatuur in de boiler de 85°C overschrijdt, valt de circulatiepomp stil. Tijdens perioden dat de zon onvoldoende vermogen heeft om de boiler volledig op te warmen kan een naverwarming op bepaalde tijdstippen ingeschakeld worden. Deze zorgt dan voor de naverwarming van het bovenste deel van de boiler, het deel dat voor sanitair gebruikt wordt.
|